Waarom kwaliteitsvolle coaching begint bij de coach zelf 

In een tijd waarin coaching steeds vaker wordt ingezet in het onderwijs, is het essentieel dat de kwaliteit van coaching meegroeit met de vraag. Coaching is namelijk meer dan een goed gesprek: het is een vak. En zoals bij ieder vak, vraagt dat om voortdurende ontwikkeling, reflectie en professionalisering van de coach zelf. 

Foto: Łukasz

Kwaliteit begint bij deskundigheid 

Een coach begeleidt anderen in hun professionele of persoonlijke groei. Dit vraagt om een scherp oog, een luisterend oor en een stevige basis in methodische kennis en gespreksvaardigheden. Onderzoek toont aan dat coaching pas effectief is wanneer er sprake is van een veilige relatie, duidelijke doelen en een methodische aanpak (De Haan, 2008). Daarvoor is het van belang dat coaches niet alleen op intuïtie werken, maar op basis van kennis en kunde. 

Daarom is het cruciaal dat coaches zich laten opleiden door erkende instellingen. Een opleiding biedt niet alleen de theoretische onderbouwing, maar ook de gelegenheid om vaardigheden te oefenen, feedback te krijgen en kritisch te reflecteren op eigen handelen. Dit vormt het fundament waarop een coach verder kan bouwen. 

Blijven leren is geen luxe, maar noodzaak 

De praktijk is constant in beweging. Nieuwe inzichten over gedragsverandering, neuropsychologie en gespreksvoering vragen om een coach die bijblijft. Permanente educatie is dan ook essentieel. Zo stelt de NOBCO (Nederlandse Orde van Beroepscoaches) dat continue scholing en intervisie belangrijke voorwaarden zijn voor professioneel coachgedrag (NOBCO, 2023). 

Daarbij hoort ook een lerende houding: het vermogen om jezelf ter discussie te stellen, feedback te vragen en open te staan voor nieuwe perspectieven. Juist dat maakt een coach geloofwaardig en authentiek. Een coach die zelf leert, inspireert anderen om hetzelfde te doen. 

Drie tips voor een sterke basishouding als coach 

Naast opleiding en bijscholing is de basishouding van de coach bepalend voor de effectiviteit van de begeleiding. Hieronder drie essentiële elementen, ondersteund door onderzoek en praktijkervaring: 

  1. Oprechte nieuwsgierigheid 
    Stel vragen vanuit een open houding. Vermijd aannames en wees nieuwsgierig naar het verhaal en de beleving van de ander. Dit versterkt het vertrouwen en verdiept het gesprek (Rogers, 1961). 

  1. Luisteren zonder oordeel 
    Luisteren is meer dan stil zijn: het is actief aanwezig zijn zonder direct te willen sturen of oplossen. Carl Rogers noemde dit ‘non-directieve begeleiding’, waarbij de coachee centraal staat in zijn of haar eigen proces. 

  1. Zelfreflectie en transparantie 
    Een goede coach kent zichzelf, inclusief zijn of haar valkuilen. Reflecteer regelmatig op je handelen en wees transparant over wat je wel en niet kunt bieden. Dit vergroot je geloofwaardigheid en versterkt de relatie met de coachee (Bachkirova et al., 2010). 

Tot slot 

Coaching is een vak in ontwikkeling. Wie serieus coach wil zijn, blijft leren, reflecteren en investeren in eigen groei. Daarmee doe je niet alleen recht aan je coachee, maar ook aan jezelf én aan het vak. Hoogwaardige coaching begint bij de coach zelf. 

 

Bronnen: 

  • De Haan, E. (2008). Relational coaching: Journeys towards mastering one-to-one learning. Wiley. 

  • NOBCO. (2023). Beroepsprofiel van de coach. Geraadpleegd van www.nobco.nl 

  • Rogers, C. R. (1961). On becoming a person. Houghton Mifflin. 

  • Bachkirova, T., Jackson, P., & Clutterbuck, D. (2010). Coaching and Mentoring Supervision: Theory and Practice. Open University Press. 

Vorige
Vorige

Behoud begint bij begeleiding: een gezamenlijke verantwoordelijkheid

Volgende
Volgende

Hoe krijg ik mijn klassenmanagement beter op orde?